In de schijnwerper Ton du Chatinier

In AFC-Thuis, het programmablad dat bij iedere thuiswedstrijd wordt uitgegeven, laten wij in de rubriek "In de schijnwerper" een speler of staflid van AFC 1 aan het woord. Bij AFC – Achilles'29. was dit trainer/coach Ton dt Chatinier.

Coach Ton du Chatinier begint bij AFC aan zijn tweede seizoen in de Divisie 2 met een vernieuwde selectie, waarin hij deels een hand had. Na wisselend succes in oefenpotjes werd zondag teleurstellend gebekerd tegen De Dijk. Maar hij ziet lichtpuntjes.

Aan een voorspelling waag je je vast niet. Is Achilles ’29 zwakker geworden na degradatie uit de Jupiler League? ‘’Doe ik niet, nee. Achilles heb ik onlangs bekeken toen ze van Jong Willem II wonnen. Ik geloof niet dat ze verzwakt zijn. En ze trainen daar zes keer per week.’’

Balen van die 0-2? ‘’Tuurlijk, maar daar moet je niet te lang bij stilstaan. Het is een nieuwe formatie en ik heb ook goeie dingen gezien, met perioden van soms goed voetbal. Alleen het doelpunten maken bleef uit. Ik denk dat dit team alleen maar beter kan worden. Mijn doelstelling? In het linker rijtje eindigen, al is de concurrentie alleen maar sterker geworden. Promoveren wil je als club niet, dus moet je jezelf toch een andere doelstelling zetten, niet waar.’’

Onze selectie is ook sterker geworden. Wanneer zien we je sterkste opstelling? ‘’Vandaag. Vooral in de breedte zijn we sterker geworden, wat je zal merken in geval van onverhoopte blessures en kaarten. Maar er zijn ook weer wat mannetjes bij gekomen, dus moeten de kikkers goed in de kruiwagen blijven.’’

Betreur je nog iemands vertrek uit de selectie? ‘’Ja, van Danny Goedkoop, die in Zaterdag 1 is gaan spelen. Jammer, een leuk, positief joch. Ik heb enkele gesprekken met hem gehad. Hij wilde meer speelminuten, maar dan moest hij wel bereid zijn de concurrentie aan te gaan met Jansen en Nijpels zei ik.’’

De AFC-jeugd breekt zo zelden door in de basis. ‘’De talentvolste jeugd wordt doorgaans afgeroomd door de BVO’s bij clubs als deze. Er komen steeds meer zogenaamde makelaars bij. Elders gaan ouders soms zelf voor makelaar spelen en sturen ze YouTube-filmpjes op, om hun zoon weg te kunnen brengen. Iedereen denkt dat-ie een Raiola is tegenwoordig. De doodsteek van het amateurvoetbal. Je mag hopen dat, als het niet lukt, jongens terugkeren naar hun clubs, maar vaak duiken ze op in de lagere regionen, spelend voor een vergoeding.’’

Echt goeie voetballers doen hun ding goed op gras èn kunstgras. Eens? ‘’Nou, de technische voetballers dan, maar die doen het ook goed in de zaal. Voor zwaardere jongens is gras veel beter. Zelf vind ik kunstgras maar niks. Je ruikt ‘t rubber als het een beetje warm is buiten, soms moet je het uitkloppen uit je kleding. Trainen op kunstgras vind ik al dramatisch. Maar ik snap natuurlijk wel hoe het zit bij die clubs: gras kost veel meer aan onderhoud en je kunt er lang zo vaak niet op spelen.’’

Lastig, een semi-profteam runnen in een traditionele amateurclub?  ‘’Voor iedereen die bij ons komt is het duidelijk hoe het zit met de financiën. Dat accepteer je of je komt niet. We trainen drie keer, maar doen het maandagavond rustig aan. En verder doet de club veel extra voor de spelers, zoals die trainingsperiode in Italië en, ook in het buitenland, tijdens de winterstop. Dat is voor amateurbegrippen toch heel mooi.’’                      

door Michael van Os