Beste AFC-ers , het bestuur heeft gemeend eerder een krachtige oproep te doen om de dodenherdenking op AFC gepast, dat wil zeggen met hernieuwde belangstelling een nieuw leven in te blazen.
Gelet op de opkomst heeft u allen hier gehoor aan gegeven.
Het past een club als AFC om juist bij bijzondere gebeurtenissen aandacht te besteden aan wat er in het verleden is gepasseerd.
Immers zonder verleden geen toekomst.
Het is dit jaar 75 jaar geleden dat de tweede wereldoorlog voor Nederland begon. En 70 jaar geleden werd ons land bevrijd door de geallieerden. In die 5 inktzwarte jaren kwam de wereld totaal op zijn kop te staan voor zo ongeveer iedereen in ons land.
De gruwelijkheden tijdens de bezetting namen ongekende, ja nooit eerder vertoonde vormen aan en is zelfs vandaag nog intens voelbaar in onze samenleving.
Hoewel de voetbalcompetitie, net als alle andere sport competities in de jaren van de bezetting gewoon werd verspeeld werden de opgelegde maatregelen van de bezetter steeds bedreigender voor voetballers en bestuurders met een joodse achtergrond. Op grond van een verordening van de rijkscommissaris werd het betreden van een voetbalveld door joden vanaf 15 september 1941 verboden. De Voetbalbond reageert op de situatie alsof er niets aan de hand is.
In vredestijd,nu dus, klinkt dat ongelofelijk. Maar als je je verplaatst in de situatie van toen, is het maar zeer de vraag wie er echt wat doet.
Jules Schelvis, inmiddels 94 jaar, die gisterenavond zijn zeer indrukwekkende levensverhaal vertelde op de televisie heeft het over de verschrikkingen in het concentratie kamp Sobibor. Hij verhaalt over zijn arrestatie en ziet daarbij dat honderden, misschien wel duizenden omstanders In Amsterdam zonder vorm van protest de overvolle trams aanschouwen die onder strenge bewaking staan van de Ordnungspolizei.
Natuurlijk kun je driekwart eeuw na dato geen waardeoordeel vellen, simpelweg omdat je eigenlijk er geen idee van hebt hoe het toen echt was.
Het belangrijkste van de getuigenissen als die van Jules Schelvis is dat wij dat doorgeven aan volgende en toekomstige generaties zodat het nooit meer kan gebeuren dat mensen op grond van geloof, ras, overtuiging, geaardheid of uiterlijk worden gediscrimineerd, uitgestoten of zelfs vermoord.
De aantallen slachtoffers zijn niet te bevatten. De omvang van de Shoa is waanzinnig.
Maar denk vooral niet dat het nooit meer zou kunnen gebeuren. Misschien een verassing voor enkelen maar Adolf Hitler is destijds via democratische verkiezingen aan de macht gekomen in Duitsland!
Clubs in Amsterdam met een joodse achtergrond als Wilhelmina Vooruit, Hortes , Eendracht Doet Winnen worden verboden en de leden gedeporteerd naar vernietigingskampen.
Op ons monument dat na de oorlog werd opgericht staan de namen van AFC-ers die hun leven gaven in de strijd tegen de bezetter.
Op de Erebegraafplaats in Bloemendaal zijn de graven van Rob Cijfer, Henny Immig, Ko van Eijk en Ab Scheepstra. Zij pleegden verzet en dat is nooit een vanzelfsprekendheid. Als je kijkt naar de leeftijden van Rob, Henny, Ko en Ab dan valt op dat ze ontzettend jong waren toen ze werden gefusilleerd; 24, 27, 23 en 19 jaar. Voor verzet heb je idealen nodig maar ook passie en verbondenheid met elkaar.
Maar bovenal hadden deze mannen, jongens eigenlijk nog, een ijzersterke moraal en een zuiver gevoel voor normen en waarden. Deze AFC’ers rechtten de rug en verspreidden bladen als Het Parool en Trouw maar waren ook betrokken bij wapentransporten voor de geallieerden. Zij keken niet weg en namen risico’s voor anonieme anderen en betaalden daarvoor met de hoogste prijs: Hun leven.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Ons legertje dat totaal niet was opgewassen tegen de enorme overmacht verzette zich dapper, maar was al snel kansloos . In deze ongelijke strijd sneuvelden de AFC’ers Gerd Scheepens, Gerrit Struijs jr. en Henri Lindner. Na de capitulatie werd het leven zo veel mogelijk opgepakt, in het bijzonder het sportleven.
De voetbalcompetitie werd weer opgestart en AFC was aan het eind van het seizoen 1939-1940 kampioen.
Voetbal bleef in Nederland tijdens de bezetting niet alleen populair, het werd zelfs nog veel populairder dan voorheen. Tussen 1940 en 1945 verdubbelde het bezoek aan voetbalwedstrijden ongeveer, hoewel verzetsbladen soms tot een boycot opriepen. Tweede pinksterdag 1944 was er een stormloop op de 30.000 kaartjes voor de wedstrijd om het Nederlands kampioenschap tussen De Volewijckers en Heerenveen. Volewijckers-bestuurslid Ph.K. Corstens noteerde: `Bepaalde levensmiddelen zijn moeilijk te krijgen. De mensen gaan echter niet naar de Beemster voor zichzelf, maar louter met de bedoeling om de daar verkregen groenten en aardappelen te ruilen voor… kaartjes.' Rond het stadion ontstond een levendige zwarte markt in kaartjes, maar agenten grepen in en arresteerden 150 verkopers. De in beslag genomen entreebewijzen deelden ze gratis uit aan omstanders.
Ook AFC profiteerde van die populariteit en groeide in deze periode uit tot de grootste vereniging in Amsterdam, met name door toeloop van junioren en aspiranten. Voorts werden er sportieve successen behaald, waaronder het AROL-toernooi. Een volkomen belachelijke situatie en nogal paradoxaal want ondertussen was de deportatie van de joden, waaronder onze leden Elias van Praag, Rolf Salm en Rudie Hartog op gang gekomen, en moesten AFC’ers gedwongen in Duitsland werken waarbij J. Hatzman en Joop van der Heul omkwamen. AFC heeft door toedoen van geweldige bestuurders en uitstekende commissieleden in deze moeilijke jaren zich als een Goede Club gemanifesteerd, ook toen de politieke verhoudingen dat steeds moeilijker maakten.
Via een voedselsteun initiatief werd aan AFC-ers die niet te eten hadden zo goed en zo kwaad als dat ging voedsel gedistribueerd. In het Gouden Boek van Jo Wijnand en in het Honderdjarenboek waar zoon George vertelt over deze periode ,zijn deze belangrijke gebeurtenissen van de geschiedenis van onze club opgetekend .
Zonder verleden geen toekomst. Wij kunnen en moeten leren van de geschiedenis.
Racisme, antisemitisme, anti-islam en homohaat, om er maar een paar te noemen zijn allemaal bommen onder de samenleving.
Dit vergif moeten wij iedere dag krachtig een halt toeroepen. Ook of misschien juist wel binnen ons AFC.
Voor mij zijn degenen die dat doen de verzetshelden in vredestijd.
Het lijkt allemaal heel makkelijk om je te verzetten tegen al deze vormen van discriminatie, maar doe het eens gewoon en plaats jezelf daarmee soms even buiten de groep.
Dat voelt best wel vreemd, toch?
Geeft niets, want uiteindelijk wordt de maatschappij er beter van en wij allemaal dus ook.
Zodoende kunnen wij allemaal en ieder op zijn eigen wijze bijdragen aan een betere wereld waar de verschrikkingen uit de tweede oorlog nooit meer voor komen.
Als afsluiting van deze bijeenkomst zullen Guido Dukker ,voorzitter van ACC, de cricketclub, en ik een krans leggen bij het monument waarna twee minuten stilte in acht zullen worden genomen.
Maar eerst dragen Jim Dukker en Wilan Westerhof, allebei vandaag jarig en 16 geworden, een gedicht voor.