Toespraak 4 mei bij AFC monument

Onderstaand de toespraak van onze voorzitter Ad Westerhof bij de 4 mei Dodenherdenking

Beste AFC-ers en ACC-ers.

Zoals ieder jaar staan wij ook nu op 4 mei stil bij de slachtoffers, leden van AFC en ACC, die door oorlogsgeweld in de Tweede Wereld oorlog het leven lieten. Ook staan wij stil bij de slachtoffers die door geweld in het voormalig Nederlands-Indië omkwamen.
Voor de eerste keer na het COVID tijdperk kunnen wij weer allemaal herdenken bij ons eigen monument op een bijzondere plaats op ons nieuwe sportpark. Een beetje naar het oosten maar wel dicht bij het water. Vertrouwde en nieuwe gezichten. Heel fijn dat de club herdenking zo goed bezocht wordt.
Je zou kunnen denken is dat nu nog wel nodig, zo’n 77 jaar na de bevrijding in 1945?  Mijn antwoord is volmondig ja. Zonder geschiedenis is er geen toekomst.

Bijna iedereen hier aanwezig, is van na de oorlog en dat zouden we graag nog wel even willen volhouden! Maar toch, op slechts 2000 kilometer hiervandaan woedt een echte gruwelijke oorlog. In ons Europa. Het is bedreigend en het gaat ook ons aan!! Dat is ongeveer de afstand van hier naar Madrid of Barcelona, maar wel veel dichterbij dan Lissabon of Athene. Dus bedreigend en het raakt ons allemaal.
De beelden die wij dagelijks te zien krijgen van verwoesting in steden en dorpen, van een enorme stroom vluchtelingen, van slachtoffers die zomaar op straat liggen en van volkomen ontredderde medemensen. Verschrikkelijke beelden die uiteraard doen terugdenken aan de Tweede Wereldoorlog .
Daarom staan wij hier ook om onze omgekomen clubgenoten te herdenken .

Vorig jaar werd ik door Bobby Gehring opmerkzaam gemaakt dat er bij de KNVB in Zeist een oorlogsmonument was waarop ook namen van omgekomen AFC-ers stonden vermeld. Even daarna kwam ik hierover in contact met ons eigen AFC lid en Lid van verdienste Max Flam, die hiervan wist en mij vertelde dat hij met een onderzoek bezig was over de gebeurtenissen uit de oorlog betreffende zijn familie. Tegelijkertijd onderzocht hij ook de oorlogsslachtoffers van AFC en ACC.
Het was al langer bekend dat er veel meer leden omgekomen waren, die niet op ons monument vermeld stonden.
De verklaring daarvoor is eigenlijk simpel te geven. Door de besturen  van AFC en ACC werd al in januari 1946 het monument onthuld door Mevrouw Bessem – de Jong, de echtgenote van voorzitter Bessem. Het monument werd overgedragen aan het bestuur door de voorzitter van de monumenten commissie, ons lid Henk Esser.
Begin 1946 is het nog maar net 8 maanden na de bevrijding en velen hoopten dat hun in de oorlog afgevoerde geliefden nog thuis zouden komen. Bevestiging van hun overlijden kwam pas soms jaren later.  In de maanden direct na de bevrijding stonden er dagelijks zeer velen op het Centraal Station in Amsterdam te wachten, in de hoop dat zij iets van een teken van leven zouden horen van overlevenden over hun vader, moeder, broer of zus of kind. Ook kwamen er voortdurend berichten via het Rode Kruis binnen over vermiste  familieleden. Heel vaak leidde die slechte berichten tot hartverscheurende reacties.
Het is daarom logisch dat zo kort na de oorlog de meeste slachtoffers nog niet bekend waren. Max Flam heeft dit tot in detail uitgezocht, gebruikmakend van ledenlijsten van ACC en AFC en gesteund door onze archiefcommissie en onze secretaris EP Knüpfer, die ook de geschiedenis van ACC goed kent.  

Vanaf september 1941 werd door de bezetter het bedrijven van sport door Joden verboden en in november 1941 werd het ook verboden om lid te zijn van een sportvereniging. In onze ledenlijsten verdwijnen dan, gedwongen door de bezetter, al onze Joodse leden. Dat het opzeggen van het lidmaatschap niet vrijwillig gebeurde spreekt voor zich. De toenmalige voorzitter van AFC DJ Bessem moest zich hierover verantwoorden bij het Duitse gezag, waarbij  gedreigd werd dat bij niet nakoming van het verwijderen van Joodse leden de hele club zou worden opgeheven of iets wat daar op leek.
De geschiedenis, overziend en het feit dat onze Joodse leden niet vrijwillig hun lidmaatschap beëindigden, maakt het voor ons, het bestuur, dat het ook na 1941 nog gewoon  AFC -ers en ACC-ers  waren, toen ze vermoord werden in de vernietigingskampen. Om die reden herdenken wij ook deze groep leden.
Uit het zeer omvangrijke onderzoek van Max Flam, waarvan hij ons een zeer gedegen afschrift heeft toekomen, blijkt dat er veel later dan bekend, vlak na de bevrijding ,ook een aantal van onze leden zijn omgekomen in werkkampen waar zij gedwongen arbeid voor de Duitsers moesten verrichten en waaraan zij zijn bezweken of op de vlucht werden neergeschoten of later gefusilleerd.
Met deze nieuwe kennis leek het aanvankelijk voor de hand te liggen om het monument aan te passen. Bij nader inzien is dat ons niet de juiste gedachte. Ons monument is door een monumenten commissie  destijds zo bedoeld en overgedragen aan het bestuur. Het drastisch veranderen zou, 77 jaar na datum, weliswaar recht doen aan de feiten die nu bekend zijn, echter dat kan ook anders zonder ons monument wezenlijk te wijzigen. Met  twee -of drietal plaquettes op het monument, waarop vermeld alle ontbrekende namen en een korte geschiedenis, zou AFC het respect kunnen tonen aan  de slachtoffers die dat verdienen.
Hoewel het onderzoek van Max Flam nog niet geheel voltooid is en er wellicht nog een enkele aanvulling mogelijk is kunnen wij nu al 27 slachtoffers herdenken waarbij ook de 7 namen die vermeld staan op het monument .

Wij herdenken vandaag :

Rudi Beuth , 53 jaar, reclame agent, medeoprichter in 1921 van ACC, vermoord in Auschwitz

Alfred Calff, 20 jaar, magazijn bediende, vermoord in Auschwitz

Johan Calff, 21 jaar, typograaf, vermoord in Auschwitz,

Abraham Goldsilber, 15 jaar scholier, vermoord in Sobibor

Jacques Kokernoot, 14 jaar scholier, vermoord in Auschwitz

Meijer Koster,14 jaar scholier, vermoord in Auschwitz

Mozes Abraham Levits, 20 jaar, kantoorbediende, vermoord in Auschwitz

Elias van Praag, 58 jaar, toneelspeler en regisseur, vermoord in Mauthausen

Rolf Salm ,30 jaar, liftdeskundige, vermoord in Auschwitz

Hertog Vlesschedrager,39 jaar, kantoorbediende, omgekomen in Midden  Europa

Adolf Henri Waterman, 27 jaar, leraar economie, vermoord in Mauthausen

Samuel Jacob Wurms,  17 jaar, scholier, vermoord in Sobibor.

Leon Zadick, 20 jaar, boekbinder, omgekomen in kamp Amersfoort

Rudie Hartogs, 24 jaar, boekhouder, verzetsstrijder en geëxecuteerd op Leusderheide

Rob Cijfer, 25 jaar, dichter, verzetsstrijder en gefusilleerd in Zijpe

Ko van Eijk,21 jaar, student economie, verzetsstrijder, gefusilleerd op het Weteringplantsoen  in Amsterdam

Henny Immig, 27 jaar, koopman, verzetsstrijder, gefusilleerd in Hoorn

Albert Scheepstra, 19 jaar, scholier ,verzetsstrijder,  gefusilleerd in Haarlem

Herman Furstner, 32 jaar, expeditie bediende, als krijgsgevangene omgekomen in Thailand bij de Birma spoorweg

Jan Hatzmann, 32 jaar, vertegenwoordiger tabak, als dwangarbeider omgekomen in Ravensburg

Joop van der Heul, 18 jaar, als dwangarbeider omgekomen in Sneek

Jos Ovaa, 35 jaar, secretaris Ned. Mij. der Pharmacie , omgekomen na bombardement te Voorburg

Eduard van Gessel, 45 jaar, omgekomen bij luchtbombardement in Den Helder

André van der Pijl, 23 jaar, militair bij de marine, omgekomen tijdens vijandelijk vuur aan het Sekajoe front ( voormalig Nederlands-Indië ) op zee

Gerd  Scheepens ,25 jaar, militair

Gerrit Struijs jr. , 20 jaar, militair

Han Lindner, 25 jaar militair

Deze 27 leden,  helden van onze vereniging, brachten het hoogst mogelijke offer voor onze vrijheid. Nu nog, zoveel jaren, ja generaties later, zijn wij hen diep dankbaar en verdienen zij ons alle respect. Iedere generatie telt helden. Deze helden waren moedig en vastberaden. Jong en oud, soms kinderen nog, die allen AFC en ACC in hun hart meedroegen. Die op onze club innige vriendschappen hebben ervaren. Zij zijn uiteindelijk de reden dat onze club kon voort bestaan.

Als eerder gezegd geen toekomst zonder verleden. Wij staan op de schouders van onze voorgangers. Dat geldt voor alle bestuurders, leden en anderszins betrokken AFC-ers en ACC-ers.
Tot slot een kort gedicht verwijzend naar verleden en heden.
Daarna staan wij twee minuten stil voor onze herdenking.

DE STRAKKE HAND 

De strakke hand van de dictator;

De demagoog die miljoenen harten won.

Die een heel volk kon bepraten,

En het de illusie gaf, dat het weer winnen kon.



Zo'n hand laat zich voelen;

Bepaalt voor zijn navolgers alle doelen.

De manipulator marcheert voor zijn troepen uit;

De generaal decreteert zijn ondergang bij besluit.



Hardhandig blijkt onhandig te zijn;

Dodelijk de uitkomst van de val in het ravijn.

De dictator, tijdloos en rancuneus;

Blijkt telkens weer de verbeelding

Van de verkeerde keus.