In de schijnwerper: Said Moumane!

In AFC-Thuis, het programmablad dat bij iedere thuiswedstrijd wordt uitgegeven, laten wij in de rubriek "In de schijnwerper" een speler, staflid of supporter van AFC 1 aan het woord. Bij AFC – Jong Volendam was dit Said Moumane.
Maar …. deze wedstrijd van 14 maart 2020 is niet doorgegaan vanwege de coronacrisis. Toch willen wij het interview als nog plaatsen.

Zes jaar terug stond assistent-coach Said Moumane (48) al eens in de schijnwerper. Nu is hij actief voor zijn, incl. interimmers, achtste(!) coach, Uli Landvreugd, met wie hij nog een seizoen samenspeelde in zijn 10 jaar als AFC1 back. Maar Said doet zijn werk nog even enthousiast als toen hij begon, lastig als het tussen coach en spelers staan soms ook kan zijn.

Heb je al persoonlijke beveiliging als je die dure speld op de revers van je clubblazer draagt? Haha, nee, maar ik ben er wel trots op, zo’n gouden balletje met twee diamantjes erop. Dat zullen niet veel AFC'ers hebben (het balletje voor een kampioenschap als speler, de diamantjes voor twee, als assistent coach-MvO).

Eigenlijk had je al weg willen zijn. Je coach destijds, Willem Leushuis, achtte je rijp om ‘op eigen benen’ te gaan staan, jijzelf eigenlijk ook. Ja, en dan moest je ook beginnen met ervaring op te doen op een lager niveau. Maar ik heb nog steeds dezelfde baan als toen, Teamchef/Samsung, bij VCK Logistics, nu met meer verantwoordelijkheden. Ik vond het leuk bij AFC en (lachend) het was nooit saai, met al die trainerswisselingen, alle veranderingen in de groep, de successen ook. Belangrijker: mijn coachingswerk is goed te combineren met mijn baan, daarom ben ik gewoon gebleven.

Zes jaar terug hadden we deze vraag nog niet bedacht: waarin was je goed toen je stopte met voetbal, en wat kon beter? Mijn inzet en dat ik het spelletje wel zag. Als back je tegenstander op het juiste moment moe maken door er overheen te gaan. Heeft ie een hekel aan want moet hij ook mee. En moet daarna vaak weer een actie maken. Mijn snelheid was wel oké. Ik was vaak eerder weg, wat hielp. Minder was het koppen. Over de jaren iets verbeterd is, maar niet veel.

Cor ten Bosch maakte je assistent. Je gaat niet zeggen wie je van die acht coaches de beste vond… Inderdaad. Ik heb van ze allemaal wat geleerd. Met Uli werk ik prima samen, we overleggen veel. Dit is geen makkelijke groep, maar Uli heeft er toch een mooi team van gemaakt dat vorig jaar kampioen is geworden. En het weer goed doet, al kan het beter. Toen ik bij FC Hilversum voetbalde in de Hoofdklasse werden er diverse topjongens gehaald om kampioen te worden. We degradeerden nota bene! Zo kan het dus ook gaan met versterkingen (daarna stapte Said met dank aan Kees Gehring over naar AFC, zodat hij in de Hoofdklasse bleef-MvO). Bij AFC zijn deze prestaties een mooi voorbeeld van goed management, met behulp ook van Jeroen Brussee en de prima staf.

Wat als AFC1 t.z.t. verplicht moet promoveren na een kampioenschap? Nou, we hebben natuurlijk de toestanden rond Achilles ’29 meegemaakt. Ooit algeheel amateurkampioen van Nederland, later naar de Jupiler League, wat op een drama uitliep. Bij AFC zie ik zo’n echte profclub, of profteam binnen de club, niet zo zitten. Tuurlijk, het is deels ook eigen belang omdat ik dan mijn werk niet meer kan combineren met het assistentschap, maar je hebt geen idee wat er dan allemaal bij komt kijken. Nee, niet nodig, hou AFC maar lekker zo als amateurclub.                    

door Michael van Os