In AFC-Thuis, het programmablad dat bij iedere thuiswedstrijd wordt uitgegeven, laten wij in de rubriek "In de schijnwerper" een speler, staflid of supporter van AFC 1 aan het woord. Bij AFC – Jong Sparta was dit fysiotherapeute Daphne van der Wereld.
Dit is haar tweede seizoen op de bank bij AFC 1. Juli 2017 kwam fysio-/manueel therapeute Daphne van der Wereld (29) aan boord. Na tweemaal door AFC te zijn benaderd maakte de in Amsterdam-Oost woonachtige ex-handbalster uit de verste kop van Noord-Holland een promotie van formaat: ze kwam van RKAVIC.
Je stopte per januari als fysio-/manueel therapeute met AFC’s inloopspreekuur. Waarom? Ik ben na 7,5 jaar weggegaan bij Mobilis om bij VB Fysio in Vinkeveen mijn carrière een andere wending te geven. Ik kreeg een mooi aanbod waarbij ik mij meer op management- en organisatieniveau kan ontwikkelen en zelf kan gaan ondernemen in de nabije toekomst. Voor AFC 1 blijf ik actief. Ik ben aanwezig op de dinsdag waar ik een stukje training geef (looptraining, core stability e.d.) en op de zaterdagen zit ik op de bank bij de heren. Soms op zondag, als invaller, zoals vandaag.
Hoe vind je het bij AFC en weet je al of je aanblijft? Het betaalt vast matig, als een soort hobby. In april gaan AFC en ik om de tafel zitten. Het bevalt me prima hier, de mensen, de spelers en de club. Het werk is afwisselend en dat is het contact met al die verschillende persoonlijkheden ook. Je wordt toch ook een vertrouwenspersoon want je leert de spelers goed kennen en met ze omgaan. Vrouwen zijn wat meer verzorgend en bij hen kunnen emoties wat beter worden geuit, wat goed is bij mijn soort werk. Gesprekken zijn vaak intensief, zeker als ze over de mentale kant gaan. Namen noem ik natuurlijk nooit. Maar het bleek inderdaad de uitdaging die ik zocht na vier jaar bij RKAVIC. Het honorarium zou voor dit niveau en gezien het aantal uren wel wat beter mogen, maar deze combinatie van werk en hobby blijft een uitdaging.
De cliché-vraag. Een vrouwelijke fysio in een mannenwereld. Je moet je grenzen goed bewaken zeker? Valt erg mee, hoor. Het zijn wel allemaal Alfa-mannetjes met een klein hartje. Ik kom uit een gezin met twee broers en een vader met een eigen bloembollenkwekerij. Samen met mijn moeder moesten we af en toe redelijk opboksen tegen dat mannelijk geweld, in de goede zin van het woord. Directe communicatie, wat humor en geen geklets in de ruimte werkt goed.
Je hebt ook gevoetbald, toch? Hoe ging dat? Ik kon wel een aardig balletje trappen. Na veel getwijfel koos ik uiteindelijk voor handbal. ZAP Breezand speelde op een redelijk niveau. Bij voetballen ben ik vooral van het aanvallen en scoren, maar met handbal was het net andersom: verdedigen. Vanwege wat minder armkracht voor die tak van sport.
Je leukste periode in het voetbal? Mijn stageperiode bij Ajax Cape Town in 2011 waar ik, behalve spelers als Thulani Serrero, ook Foppe de Haan en AFC’s ex-coach Maarten Stekelenburg leerde kennen. Een fantastisch periode in zo’n voetballand in ontwikkeling en gezien de cultuur daar. Het was moeilijk om weg te gaan en ik wilde zeker nog een keer terugkeren. Wat ook kon, bij het team. Maar je weet hoe het kan lopen, als je in Nederland weer aan de slag bent…
door Michael van Os