JONGENS IN HET ZWART
Er is een groot tekort aan scheidsrechters in het amateurvoetbal.
Er is een oneindig veel groter tekort aan daadwerkelijk goede scheidsrechters in het amateurvoetbal.
Bovenstaande stellingen lijken mij niet al te gewaagd.
Met alle respect voor allen die zich in het weekeinde wagen aan de niet van risico’s ontblote hobby van scheidsrechter in het amateurvoetbal : te vaak is de man in het zwart – of in geel of vrolijk blauw – een corpulente middelbare of oudere man met te weinig conditie en fors achterstallige kennis op het gebied van de spelregels.
Bij de clubscheidsrechters wil het aan objectiviteit ook nog wel een schorten, al vind ik dat de scheidsrechters die namens AFC fluiten op het gebied van onpartijdigheid goed scoren.
Zelf fluit ik ook nog wel eens een wedstrijd. Het is volsterkt misplaatse ijdelheid en eigenlijk kan het niet meer.
De buik bolt het fraaie zwarte shirt dat ik van de vereniging in bruikleen kreeg. Mijn beste beslissingen neem ik altijd in de eerste vijftien minuten van de wedstrijd, want dan ben ik fysiek nog in staat het tempo van de wedstrijd te volgen. Daarna heb ik eigenlijk het gevoel dat ik aan de beademingsapparatuur moet. Dat zal er toe bijdragen dat er ook ‘enige narrigheid’ in mij vaart. Om niet te zeggen dat ik autoritair word. Laatst hoorde ik mezelf de zin ‘mondje dicht, de scheids beslist’ uitspreken tijdens een wedstrijd van de D-pupillen. Het soort proza waar ik me als voetballer en leider altijd zo aan ergerde.
Een aantal verenigingen, waaronder de onze, laten jeugdige voetballers wedstrijden fluiten en motiveren de meest fanatieke onder hen tot het volgen van een scheidsrechterscursus.
Daarmee is wat mij betreft een buitengewoon verstandige weg ingeslagen.
De conditie bij jonge scheidsrechters is over het algemeen goed tot zeer goed. De kennis van de spelregels is up-to-date en de ergerlijke maniertjes en het bijbehorende taalgebruik ontbreken.
Wie bij AFC ooit Dani Bijlsma, Mihai dos Santos of Benyamin Heller zag fluiten weet dat ik gelijk heb wanneer ik stel dat minder ervaring niet gelijk staat aan het met minder kennis en kunde hanteren van de fluit. Integendeel.
Vandaag maakte ik deel uit van het uitvak van onze B4. We speelden tegen de mooie vereniging Waterwijk in Almere. We verloren met 4-3 in een buitengewoon amusante wedstrijd. Maar daar gaat het hier niet om.
Waar het wel om gaat? Om Younis Askar, scheidsrechter van dienst. Naar ik mij heb laten vertellen fluit Younis al twee jaar op zaterdag en zondag thuiswedstrijden van Waterwijk en krijgt hij vaak complimenten van zowel het uitspelende als het thuisteam. Dat wil ik wel geloven. De vijftienjarige Younis was overal waar de bal was. Onderbrak de wedstrijd wanneer het moest en liet doorvoetballen wanneer het kon. Voor de wedstrijd legde hij uit wat hij vooral niet zou tolereren en praatte daarna verrassend en aangenaam weinig. Verwensingen met ziektes stond hoog op het ‘niet-door-de-beugel-lijstje’ van scheidsrechter Askar. En dus kreeg een van onze jongens na een verbale eruptie waarin (te) luid een ziekte werd genoemd waaraan nog steeds mensen overlijden een rode kaart. Daarvan kan je zeggen: te zwaar gestraft en een gele kaart was passender geweest. Een legitieme opvatting, maar niet de mijne. Wie zoals ik vind dat er ‘best wel eens vaker een grens getrokken mag worden, moet niet piepen als een van de zijnen daarvan het slachtoffer wordt.
Je hoort wel eens mensen zeggen dat ze recent een nieuwe Van Basten, Bergkamp of Gullit zagen. Ik zag vandaag een nieuwe Pierluigi Culina of Howard Webb.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat geldt ook voor de jongens in het zwart. Dat vele verenigingen het goede voorbeeld van Waterwijk en AFC maar mogen volgen.
Job van Amerongen is oud-voetballer van sc Overamstel 6,7 en 8, oud-jeugdleider bij JOS Watergraafsmeer en AFC en clubscheidsrechter bij deze twee verenigingen.