AFC – Nootdorp.
De eerste wedstrijd thuis op Sportpark Goed Genoeg in de Hoofdklasse.
Het lijkt nog het meest op de eerste kennismaking van je nieuwe vriendin bij je ouders thuis.
Vriendin niet op haar gemak, zelf ben je bloednerveus om alles wat mis zou kunnen gaan.
En er gaat dan ook van alles mis.
De ochtend erna belt je moeder je op en zegt dat het zo’n leuke avond was.
Nou zo’n wedstrijd was het dus afgelopen zaterdag, maar daarover straks meer.
De trainer van Nootdorp had de boel een beetje op scherp gezet met een interviewtje waar hij het verschil tussen Hagenezen en Amsterdammers nog maar eens aanstipte. Niet vervelend bedoeld en een beetje dollen mag ook wel. Moeten we tegen kunnen, niet van die korte lontjes.
Hagenezen zijn aardig en de leukste is een AFC-er; Pim van de Meent.
De legendarische trainer heeft zijn roots in Den Haag liggen, maar eindigde zijn carrière aan De Boelelaan. Trainde het eerste elftal en de selectieteams in de jeugd. Komt nog steeds als het kan langs bij de club.
Zelf had ik het geluk een jaartje zijn leider te mogen zijn. Bij wat toen nog de D 1 heette.
Hij leerde de spelers – en mij – de slimmigheden die ervaring met zich meebrengt. Zo liet hij meestal de massagetafel uit de kleedkamer halen als een BVO op bezoek kwam (“ raken ze een beetje van uit balans” ) en had hij tactische vondsten die niets met looplijnen of restverdediging te maken hadden.
De D1 stond in de rust vrij kansloos achter tegen Ajax D1. Pim (geen meneer Van de Meent) gaf de AFC jongens opdracht de tweede helft 3-4-3 te gaan spelen. De spelers schrokken zich rot. “Maar we kunnen ze nu al niet tegenhouden”. Jongens, gewoon doen wat ik zeg, niemand speelt 3-4-3 tegen Ajax, hebben die gasten geen idee meer wat ze moeten doen.
AFC D1 won.
Was het Haagse Bluf of Amsterdamse gogme? Geen idee. Genieten was het wel.
Enfin, Nootdorp kwam dus op bezoek.
Een mede promovendus met drie punten op zak uit de eerste wedstrijd. Drie meer dan AFC.
De opstelling zag er iets anders uit dan vorige week, maar dat is niet zo gek bij de start van een competitie. Je moet wat proberen nietwaar.
Het kwam – laten we het netjes zeggen – niet helemaal uit de verf het eerste uur.
De tien minuten na aanvang gingen nog wel aardig voor de Amsterdammers, daarna werd het moeizaam.
AFC strompelde naar de rust toe in de hoop daar zonder schade aan te komen, maar vlak voor rust was het raak voor Nootdorp.
Het Haags kwartiertje was ingezet en werd vakkundig voortgezet in de eerste minuten van de tweede helft. Binnen tien minuten na de hervatting was het 0-3.
Oftewel, er ging van alles mis bij deze kennismaking.
Voetbal blijft een vreemd spelletje. Als alles hopeloos lijkt, hoeft het dat niet te zijn.
De 1-3 viel in de 71e minuut, de 2-3 tien minuten later en de stemming zat er ineens goed in. De toeschouwers die het na een uurtje wel gezien hadden, zaten fout.
Vlak voor tijd werd de gelijkmaker ingekopt. De ontlading kwam in de 95e minuut met een 4-3 die ook op het scorebord bleef staan. Beide verenigingen eindigden overigens met tien man door twee rode kaarten.
Een knotsgekke eindfase en het eerste uur voetbal was op slag vergeten.
Oftewel, de dag erna belt je moeder dat het zo gezellig was.
Er valt van alles aan complimenten uit te delen in het laatste half uur. De reddingen van Jort, de fantastische goals van Pepijn en Mitchell, de assists van Floris en Willem. Belangrijk, maar bovenal was het in het laatste half uur een teamprestatie waar je U tegen zegt.
Achteraf bleek alle spanning weer eens voor niets te zijn geweest gedurende de wedstrijd.
Onze statisticus wist te vertellen dat de Zaterdag 1 de voorlaatste twee seizoenen (tweede en eerste klasse) in iedere tweede wedstrijd van de competitie ook een rode kaart voor een verdediger opliep, een achterstand in de tweede helft moest wegwerken, vier keer scoorde en uiteindelijk de wedstrijd won.
En dat is Tog Lachuuh.
WW