Onderstaand verslag overgenomen uit Het Parool van 11 april.
Door Wesley Meijer
Hoogstens nog vier wedstrijden en AFC is kampioen van de topklasse. Meer lijkt niet haalbaar. Of het moet betaald voetbal zijn, maar ja…
In de Negen Straatjes is een mooie combinatie niet altijd een vlotlopende eentwee. Of wordt met de ‘vetste’ schoenen niet vanzelfsprekend het nieuwste paar kicksen van Nike bedoeld. Nee, tussen onberispelijke overhemden, blitse schoenen en hippe jasjes bespreken AFC’ers Duncan van Moll en Magid Jansen vaker de nieuwste modecollecties dan voetbalzaken.
Jansen is eigenaar van modewinkels PRJCT AMS in de Gasthuismolensteeg en Daniele Alessandrini in de Hartenstraat. Van Moll is manager in de laatste zaak. Jansen staat in de eerste, maar loopt elke dag wel een keer naar de Hartenstraat, ongeveer een voetbalveld verderop.
Natuurlijk hebben de collega’s het ook weleens over AFC. Dat is dit seizoen een fijn gespreksonderwerp vanwege de aanstaande titel. Over afgelopen zondag konden ze kort zijn. “Dat was slecht,” zegt Jansen. “We hadden een off-day.”
AFC kon kampioen worden, al was het wel afhankelijk van meerdere concurrenten én moest het zelf wel winnen. Dat gebeurde niet. WKE was beter, al bleef het 0-0. Jansen: “We hadden te weinig voetballend vermogen om de wedstrijd naar ons toe te trekken.”
Het was een van de mindere wedstrijden die een kampioen er weleens tussen heeft zitten. Niks om je druk over te maken, vindt Jansen. “We worden gewoon kampioen.” Er zijn nog vier wedstrijden te gaan en de voorsprong is nog negen punten op VVSB, elf op HBS en twaalf op UNA, JVC Cuijk en EVV.
Als AFC zondag bij EVV wint en VVSB niet weet te winnen bij HBS, dan is AFC kampioen. Wint AFC niet, dan begint het rekenen opnieuw om uit te zoeken wanneer de titel dan binnen kan zijn.
Een hoop scenario’s, maar Jansen bekijkt het eenvoudiger. “Als we nog een keer winnen en een keer gelijkspelen, dan ben je er. Gebeurt het niet deze week, dan wel volgende week.”
Zo veel valt er tussen de shirts en sneakers dus niet meer over voetbal te bepraten. En dat vindt Jansen wel prima. “Als ik het met Duncan over voetbal heb gehad, vind ik het wel weer genoeg. Af en toe komt er weleens een AFC’er langs. Gelukkig niet te vaak, anders had ik net zo goed een buurthuis kunnen openen.”