In AFC-Thuis, het programmablad dat bij iedere thuiswedstrijd wordt uitgegeven, laten wij in de rubriek "In de schijnwerper" een speler of staflid van AFC 1 aan het woord. Bij AFC – GVVV was dit Milan Hoek!
Middenvelder Milan Hoek (26) is één van The Reds’ nieuwkomers en mag zich, ondanks hevige concurrentie, een frequente basisspeler noemen. De in de hoofdstad woonachtige, in Zwanenburg geboren, maar in Bergen NH getogen speler komt van de Katwijkse Derde Divisionist Quick Boys.
Je had al contact met AFC in 2013, na je Jong AZ-periode, maar toen kwam het er niet van. Quick Boys werd het. Het geld zeker? ‘’Niet alleen hoor. Maar ik kon wel wat gebruiken, gezien mijn studieplannen (hij gaat op voor zijn master’s bij de VU, maar heeft nog geen richting gekozen, en werkt deeltijd bij het SMC Fysiomed nabij het Olympisch Stadion – MvO). Quick Boys is een mooie grote club die ik al ken vanaf mijn jeugd en waar alles goed is geregeld. En dan de ambiance: voetbal leeft echt in de bollenstreek, dus er komen veel toeschouwers op af.’’
Je was daar het laatste jaar van de vier geen vaste basisspeler. ‘’Nou… Alleen in de eerste seizoenshelft ben ik vijf wedstrijden niet gestart in de basis, de rest allemaal wel hoor. Ik had toen wat veel aan mijn hoofd en ging maar door. Nooit even rusten, nooit vakantie. De consequenties daarvan hebben we, de club en ik, niet voldoende onderkend. Ik had wel contact gehouden met AFC, want deze club sprak me ook aan. Toen ze van mijn vertrek en studieplannen hoorden zochten ze weer contact.’’
Hoe bevalt het je? ‘’Prima. AFC is een grote traditieclub, maar wel eentje waar nog een ‘doe maar normaal’-sfeertje hangt. In de groep gaat het ook lekker. Na de training blijf je nog even, drinkt wat, maakt een praatje. Gemoedelijk. Een amateurclub waar de professionalisering van de Tweede Divisie niet is doorgeschoten. Het leven na mijn proftijd is veel leuker geworden. Met je maatschappelijke carrière bezig zijn, met je hoofd zeg maar, is toch belangrijker dan alleen met voetbal.‘’
Je begon onder coach Ton du Chatinier, nu André Wetzel. De verschillen? ‘’Ton was meer een people-manager, matigde de druk, liet je meer vrijheid, als je het tijdens de wedstrijd maar liet zien. André zit er veel korter op, eist meer van je; we trainen harder. Maar als je het op het veld niet laat zien komt er meteen een ander.’’
Wat doe je goed, wat kan beter? In AFC’s Persmap werd je loopvermogen geroemd als spelverdeler, die de bal het liefst maar 1-2 keer raakt. ‘’Mooi, maar ik noem zelf mijn tactisch vermogen, handelingssnelheid en het helpen neerzetten van de jongens. Mijn scorend vermogen mag een stuk beter en ik moet meer duels winnen door harder te zijn.’’
Hebben we het beste van je gezien? ‘’Nog niet, maar dat gaat komen als het team als geheel beter gaat draaien, ook voorbij de 16 meter. Dat gaat niet alleen op voor mij. We hebben veel kwaliteit, maar het zat vaak tegen, terwijl we voetballend gelijkwaardig of beter waren dan menige tegenstander. De komst van Raily Ignacio, bekend om zijn scorend vermogen, is een kwaliteitsinjectie. Dat te weinig scoren kunnen wij middenvelders ons ook aantrekken, niet alleen de spitsen.’’ GVVV? ‘Ik ken ze wel, ze gaan goed, maar winnen is zeker niet onmogelijk.’’ door Michael van Os
.