In de schijnwerper Eelke de Graaf

In AFC-Thuis, het programmablad dat bij iedere thuiswedstrijd wordt uitgegeven, laten wij in de rubriek "In de schijnwerper" een speler of staflid van AFC 1 aan het woord. Bij AFC – Jong Sparta was dit Eelke de Graaf

Boomlang is hij, onze nieuwe spits Eelke de Graaf. Een 1.93 meter lange linkspoot, maar kan ook aardig overweg met rechts. Zijn vorige coach noemde de 29-jarige Alkmaarder een ‘echte prof op amateurniveau’. Eelke speelde eerder voor Derde Divisionist Odin ’59, daarvoor voor AFC ’34. Hij begon bij Vrone uit St. Pancras, waar zijn wieg stond. En waar zijn jongere broertje nog steeds voetbalt.

Toen je je klaar voelde voor de laatste stap omhoog had je contact met, los van The Reds, De Dijk en Quick Boys. Waarom AFC? ‘’Ze zochten een balvaste spits, een aanspeelpunt die ook zijn goaltjes pakte en goed in het team zou liggen. Dat paste dus wel. En ik vond AFC wel een, hoe zeg je dat, club van stand, waar ze de kantine nog clubhuis noemen, een interessante, grote naam in het Nederlandse voetbal. Katwijk was bovendien wat te ver weg en bij De Dijk was promotie toen nog niet zeker en ook nog niet wat Dennis Kaars zou doen. Het gesprek met Bob Duis verliep prettig.’’

Behalve tijdens vriendschappelijke wedstrijden heb je nog niet gescoord. Knaagt dat? ‘’Nee hoor. Bij Odin hadden we ook een boel nieuwe spelers en dan weet je dat aanpassing aan elkaar tijd vraagt, dat je elkaars loopacties en manier van denken leert kennen, met en zonder de bal. Dat had even tijd nodig en kwam goed. Dat gebeurt nu ook vast en dan komen die goals ook wel. Dat gelijkspel uit tegen Kozakken Boys was al een positief signaal. Later we de balans later maar opmaken.’’

Bij Odin was je meteen topscorer, Voetballer van het Jaar en hielp je ze in 2015-16 naar de Derde Divisie. Hoe ervaar je het niveauverschil? ‘’Ik had van tevoren een inschatting gemaakt of ik dit hogere niveau goed aan zou kunnen, en dat zit wel goed. De handelingssnelheid is hoger, maar het verschil is ook weer niet enorm.’’

Wat doe je goed, wat kan beter? ‘’Ik ben geen typische goaltjesdief, maar beschouw mijzelf als redelijk kopsterk, balvast en een goed aanspeelpunt die ook de weg naar de goal wel weet te vinden. En een harde werker in het veld, maar ik moet misschien wat geduldiger zijn, luier als het ware, om zo beter op kansen voorin te kunnen loeren.’’ 

Welke spits weet je te inspireren? ‘’Nou, denk nou niet dat ik denk dat ik bij hem in de buurt kom als speler, hoor, of vroeger zijn shirtje bezat, maar: Huntelaar. Hoe die in zijn kracht speelt, sleurt, kopt en zijn team opzweept. Heel goed om te zien.’’

Hoe verloopt je maatschappelijke carrière? ‘’In Amsterdam heb ik de HBO-opleiding Sport, Management & Ondernemen gedaan en werk nu, na een korte periode bij Rabobank Nederland op de afdeling (Sport)Sponsoring, als coördinator opleidingen, marketing en communicatie bij een instituut dat opleidingen organiseert voor winter- en surfsport.’’

Je indruk van AFC nu? Nog wensen? ‘’Een warme, traditierijke club waarbinnen alles goed is geregeld. Van het zaterdagvoetbal heb ik overgehouden dat er meer publiek is, dus 300 man meer buiten de lijnen zou ik wel leuk vinden. Maar het is helaas hetzelfde liedje bij bijna alle grote stadsclubs: er is te veel vermaak elders.’’                                    door Michael van Os