De goudenballenclub dijt uit

Nog vijf wedstrijden en AFC is kampioen van de Topklasse. Hoger lijkt niet haalbaar. Of het moet betaald voetbal worden, maar ja …
 

“We hebben al heel wat gouden ballen gemaakt, hè Michiel,” zegt directeur Benno Leeser in een atelier van Gassan Diamonds aan de Nieuwe Uilenburgerstraat tegen goudsmid Michiel Bulten. Die kijkt verschrikt op: “Moeten ze weer worden gemaakt?”

Ja, glimlacht Leeser. AFC wordt kampioen en de spelers en begeleiding van het eerste elftal ontvangen dan traditiegetrouw een gouden speld met een klein balletje waarin AFC en het kampioensjaar zijn gegraveerd. Die dragen zij gestoken door het revers van een colbert.

Die traditie is ontstaan in 1961 toen Leesers vader Rolf, toen eerste elftalspeler en schoonzoon van bedrijfsoprichter en diamantair Samuel Gassan, dat idee voorstelde. “

AFC was al veertig jaar geen kampioen geworden,” vertelt oud-speler Kees Gehring, “en keerde terug naar het hoogste amateurniveau, toen de eerste klasse. Het bestuur wilde de spelers haar blijdschap betuigen en vond het een goed idee. Het begin van de gouden ballenclub.”

Sindsdien zijn in de ateliers van Gassan zeven gouden ballen gefabriceerd. Voor de kampioensjaren 1961, 1963, 1967, 1969, 2001 en 2010 én 1974, het seizoen waarin AFC als zesde eindigde, maar zich daarmee kwalificeerde voor de in te voeren hoofdklasse.

Sommige spelers waren meerdere malen de beste. Zij krijgen voor elk nieuw kampioenschap een diamantje op de bal. Voor zover Gehring weet, is Jos Kemna, spits uit de jaren zestig, de enige speler met twee diamantjes, dus drie titels.

Ook bedenker Rolf heeft er twee, vertelt Benno Leeser. “In 1961 speelde mijn vader zelf en daarna werd hij als elftalleider nog twee keer kampioen.” Benno Leeser speelde zelf ook 93 wedstrijden in het eerste, maar won nooit de titel.

De gouden bal wordt uitgereikt bij de Gouden Ballen-erewedstrijd na afloop van het seizoen. Dan speelt een selectie van speldeigenaren tegen het huidige eerste. Na de wedstrijd wordt de speler van het jaar gekozen.

Straks in mei ontvangen in totaal zo’n dertig á veertig betrokkenen de achtste gouden bal. Want het kampioenschap is aanstaande. Met nog vijf wedstrijden te gaan is het gat met de concurrentie elf punten. Leeser: “We hebben de order nog niet binnen. Je moet de goden ook niet beschrieën, zoals wij zeggen. Maar ik heb Bob Duis (bestuurslid, red.) er laatst wel op aangesproken.”

“Oh, dan wordt het binnenkort weer stressen,” mompelt goudsmid Bulten.

 

Wesley Meijer
Bron: Het Parool van 22 maart 2014