Bij de veteranen is, zoals bekend mag worden verondersteld, de verbale levendigheid voor en na de wedstrijd van aanzienlijk hoger niveau dan de intenstiteit van beweging tijdens de wedstrijd. Ook de wedstrijd tegen Zwanenburg vormde hierop geen uitzondering.
Naast de discussie over het langste lid –en de voorrechten die dat zou opleveren ten aanzien van de opstelling, een vooral door Maurice hartstochtelijk verdedigde stelling, ging het discours nu dan ook vooral over het juridische vraagstuk van onwetendheid. Juridische kennis omvat bijvoorbeeld uitspraken over de functies van selectie van rechtsregels op grond van waargenomen feiten, van interpretatie van de rechtsbegrippen uit de geselecteerde regels, van kwalificatie als rechtsfeiten van waargenomen feiten met behulp van de geïnterpreteerde rechtsregels en van de toepassing van de geïnterpreteerde rechtsregels op de gekwalificeerde feiten voor het afleiden van rechtsgevolgen.
De vraag is dan bijvoorbeeld: kun je het Joost kwalijk nemen dat hij denkt te kunnen voetballen; Kun je het Daniel kwalijk nemen, cq verwijtbaar gedrag aanrekenen, als hij tussen de palen gaat staan; Kun je het Hans Poort kwalijk nemen dat hij de buitenspelregel niet kent, en verder: is het wel of geen buitenspel als Hans Poort bij een spelsituatie betrokken is: Hij kent de regel niet, dus als hij de buitenspelval opheft, is het nog steeds buitenspel, want hij is zich niet bewust van de buitenspelregel.

Nu ja, dat was de 0-5 na rust, toen Daniel, die Dick verving, vervangen was door Boudewijn.
De eerste helft kenmerkte zich door een hoge doeltreffendheid van de Zwanenburgers-waarvan de rechtsachter merkwaardigerwijs Kip heette- en een grote vrijgevigheid van de achterhoede.
De voorhoede kwam er niet aan te pas op een prachtige kopbal van Jeroen (voorzet van Tarmo) na. En natuurlijk de vrije trap die Dick zou inschieten (Oja, het was dus DickTerVeld deze keer), maar de bal niet kreeg.

In de tweede helft leek het soms even op voetbal, maar het meest opmerkelijk was het constante kijken van Marko op zijn klokje: zou hij de bus naar Barendrecht wel halen ? Ook hij wist niet beter dan zeer, zeer tijdig af te blazen. De vraag was of dit  onwetendheid of opzet was. En is dat verwijtbaar ? Net zoals bij de volgende kleedkamervraag: Kun je iemand op zijn weigering om op de bank te zitten aanspreken? Is dat onwetendheid of verwijtbaar? Men vroeg het zich luid

AF